In de vorige paragrafen hebben we het al gehad over het samenvoegen van de begrippen “ruimte” en “tijd”. De genie die dit heeft bedacht is Albert Einstein, in zijn speciale relativiteitstheorie. Maar wat is relativiteit eigenlijk?
In dit filmpje zeggen ze eigenlijk dat relativiteit gaat over hoe bewegingen van dingen eruit zien vanuit verschillende perspectieven. Daarbij kijken we dus naar wat er verandert als je van perspectief verandert, maar ook wat er dan niet verandert. Van de dingen die niet veranderen kan je dus zeggen dat het feiten zijn die altijd en voor iedereen kloppen. Maar wat als je waarneming wel verandert als je het vanuit een ander perspectief bekijkt? Kijk maar naar dit voorbeeld:
Stel je voor je zit in een trein en je gooit een balletje omhoog. Na een paar seconden komt dat balletje weer terecht in jouw hand. Volgens jou is het balletje op en neer gegaan. Op het perron staat iemand die de trein waarin jij zit aandachtig heeft bekeken. Toen jij dat balletje omhoog gooide, zag die persoon niet alleen het balletje omhoog en omlaag gaan, maar ook opzij bewegen, met de trein mee.
Wie heeft er nu gelijk? Ging het balletje opzij, of niet? Eigenlijk is er geen goed of fout antwoord, beweging is relatief. Dat betekent dat het eraan ligt vanuit wiens perspectief je het bekijkt. Of, om het ingewikkeld te zeggen: vanuit welk referentiestelsel je het bekijkt. In de volgende paragraaf gaan we nog iets meer in op die referentiestelsel.